woensdag 13 juli 2016

KENNICOTT GLACIER en COPPERMINE

Kennicot ligt hoog in de bergen. Er gaat een onverharde weg naartoe, maar die is slecht onderhouden en zorgt voor veel lekke banden. Een vliegtuigje is een betere optie.


Twee gletsjers komen samen in een dal. Ze blijven gescheiden.

Ook dit is de gletsjer. Onder het gruis zit een dikke laag ijs.

De gletsjer is ruim 10 meter dik. Uit Kennicott zijn tochten over de gletsjer te maken en kan je leren hoe een gletsjer te beklimmen. Voor wie slecht ter been is, zijn er vliegmogelijkheden over het grote berggebied. Wij maakten een tocht met een gids, met ijzers onder de schoenen.






Rond 1900 ontdekte men dat de bergen in deze omgeving uit twee soorten gesteente bestaan. Precies op de scheidslijn was een enorme hoeveelheid koper te winnen. Dus besloten een aantal investeerders, waaronder Guggenheim, hier een mijnbedrijf te vestigen en een spoorlijn aan te leggen om de koper naar de haven te vervoeren. Er was door de oorlog en de industrialisatie een enorme behoefte aan koper. Ze noemden het bedrijf naar de belangrijkste berg, alleen was de spelling niet secuur: Kennecott i.p.v. Kennicott. Het dorp dankt zijn bestaan dus aan de mijn. 
In de jaren dertig kelderde de prijs van koper en besloot men direct te stoppen met de mijnbouw.
Nog maar kort is Kennicott weer tot leven gewekt door de bouw van een hotel in de vorm van het pension waar de leidinggevenden verbleven. Ook de mijn en de industriegebouwen worden langzaam aan gerestaureerd. Het zal nog wel even duren voordat dit project is afgerond. Een deel is te bezoeken onder begeleiding van een gids.


De fabriek waarin de erts tot koper wordt verwerkt is voor een groot deel in tact gebleven.
Het is te merken dat men van de ene op de andere dag is gestopt met werken.





 Tegenover de ertsfabriek is het pompstation te vinden. Daar werd de energie opgewekt die voor de verwerking nodig was.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten